Drie dingen die leerkrachten nu kunnen doen om het onderwijs te verbeteren 

Leestijd 4 minuten
breinkennisLeerkrachtenOnderwijs

‘Education is the passport to the future, for tomorrow belongs to those who prepare for it today’. 

Deze quote van Malcolm X is mij altijd bijgebleven. Als neurowetenschapper die zich bezighoudt met de werkvloer van de toekomst, weet ik hoe belangrijk onderwijs is als basis voor een succesvolle loopbaan. Het huidige onderwijssysteem is echter nog vrijwel identiek aan het onderwijssysteem van honderd jaar geleden. Ik heb me vaak verbaasd over de traagheid waarmee onderwijs zichzelf vernieuwt. Hoe kan het dat de vierde industriële revolutie, die de wereld van werken fundamenteel heeft veranderd, nog vrijwel niets heeft veranderd in de manier waarop we kijken naar het onderwijs en de ontwikkeling van onze kinderen? Hoe kan het dat we nog steeds leunen op verouderde modellen, gebruik maken van irrelevante toetsen en geen oog hebben voor essentiële vaardigheden van de toekomst? Hoe kan het dat het niet de potentie van het kind, maar de kwaliteit van het onderwijs is die bepaalt hoe ‘slim’ een kind uiteindelijk wordt? Waarom maken we vrijwel geen gebruik van kennis over de hersenen om het onderwijs beter te laten aansluiten op de behoeften van opgroeiende kinderen? Dit zijn vragen die ik mezelf regelmatig stel. Uiteraard weet ik dat dit een wicked problem is dat we niet zomaar gaan oplossen. Maar er zijn drie dingen die leerkrachten binnen het huidige systeem direct kunnen toepassen om een stap in de goede richting te zetten. 

 

1. Focus vooral op informatieve feedback in plaats van bevestigende feedback 

Het onderwijssysteem is vooral gericht op het goede antwoord geven. Het juiste vinkje zetten. Fouten worden niet beloond, maar afgestraft. Hierdoor leren kinderen dat ze vooral het goede antwoord moeten geven en fouten zoveel mogelijk moeten vermijden. Zonde, want de allerbeste manier om iets nieuws te leren, is door een fout te maken. Als leerkracht kun je hierop inspelen door je voornamelijk te richten op het geven van informatieve feedback in plaats van (alleen) bevestigende feedback. Bevestigende feedback geeft aan of een antwoord goed of fout is. Informatieve feedback gaat een stap verder, door aan te geven waarom een antwoord fout is. Het gaat in op het proces, in plaats van alleen het eindresultaat. Uit hersenonderzoek weten we dat bevestigende feedback hersengebieden activeert die zich bezighouden met negatieve emoties en de aandacht sturen naar het gevoel van falen. Met andere woorden: door alleen bevestigende feedback te geven, voelen kinderen zich vooral erg slecht maar leren ze minder van hun fouten. Informatieve feedback daarentegen, vermindert de activatie in deze gebieden en versterkt juist activatie in gebieden die zich bezighouden met het leren van fouten. Dit zorgt er dus niet alleen voor dat kinderen zich minder slecht voelen over de fout die ze maken, maar helpt hen ook nog eens om beter te leren van deze fouten. Een win-win! 

2. Besteed specifieke aandacht aan de ontwikkeling soft skills 

Het traditionele schoolsysteem is vooral gericht op het aanleren van schoolse vaardigheden. Rekenen, lezen en schrijven op de basisschool en vakken als wiskunde, natuurkunde, geschiedenis en talen op de middelbare school. Dit is uiteraard allemaal ontzettend belangrijk en ik zal de laatste zijn die beweert dat hier geen aandacht aan besteed moet worden. Maar waar op dit moment nog vrijwel geen aandacht aan wordt gegeven, zijn soft skills. De afgelopen jaren heb ik onderzoek gedaan naar de werkvloer van de toekomst en welke vaardigheden daarop het meest belangrijk zullen zijn. Creativiteit, flexibiliteit, kritisch denken, samenwerken, empathisch vermogen, eigenaarschap en moed worden het vaakst genoemd. Zelfs in bètaberoepen, waarin van oudsher bètavaardigheden als wis- en natuurkunde essentieel waren, zijn aan deze verandering onderhevig. De opkomst van technologieën als kunstmatige intelligentie en machine learning maken de ‘harde’ vaardigheden steeds minder belangrijk en vergroten het belang van ‘softe’ vaardigheden. Een computer is vele malen efficiënter en sneller in het uitvoeren van ingewikkelde berekeningen dan een mens, maar waardeloos in kritisch evalueren hoe deze berekeningen het best toegepast kunnen worden in een nieuwe situatie. Op dit vlak wint de mens het van de computer, maar hier besteden we in het onderwijs nog onvoldoende aandacht aan. Door al in een vroeg stadium op een speelse manier aan de slag te gaan met deze vaardigheden, bereiden we onze kinderen optimaal voor op een toekomst waarin verandering de enige constante is. 

3. Verdiep je in executieve functies 

Hier stond eigenlijk eerst ‘schaf de cito af en toets alleen nog executieve functies’. Dit is hoe ik er eigenlijk over denk, maar het afschaffen van de cito toets ligt niet binnen de cirkel van invloed van de meeste leerkrachten. De cito eindtoets speelt helaas nog steeds een grote rol in het bepalen van het middelbare schooladvies voor leerlingen uit groep 8. Helaas, want de cito eindtoets zegt werkelijk helemaal niets over de potentie van leerlingen. Het enige wat de cito toetst, is hoe goed kinderen zijn in toetsen maken. Als we echt iets willen zeggen over de potentie van kinderen, laten we dan meer aandacht besteden aan het in kaart brengen van de executieve functies. Dit zijn vaardigheden die worden gestuurd door onze prefrontaalkwab, evolutionair gezien het nieuwste deel van ons brein. Het zijn vaardigheden als inhibitie, werkgeheugen en mentale flexibiliteit. Ze helpen ons te bepalen hoe we ons moeten gedragen in situaties die we nog nooit eerder hebben meegemaakt. Wanneer we dus niet kunnen leunen op onze ervaring of onze feitenkennis, maken we gebruik van onze executieve functies. Informatie over hoe goed deze functies ontwikkeld zijn bij kinderen in groep 8, geeft waardevolle inzichten in hun daadwerkelijke potentie. Er zijn tests beschikbaar die executieve functies in kaart brengen. Maar ook als leerkrachten niet de middelen hebben om deze tests in te kopen, kunnen ze zich verdiepen in het hoe en wat van executieve functies. Dit kan hen helpen om een completer beeld te vormen van hun leerlingen, waardoor ze nog betere voorspellende adviezen kunnen geven.