Je maakt gebruik van opdrachten om te leren (super!), maar doe je dit wel op het juiste moment? Je kan de tijd die je besteed aan opdrachten nog beter benutten door het juiste moment te kiezen. Niet alleen het maken van opdrachten, maar ook de timing van de opdrachten is een veel bestudeerd onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. In deze blog vind je mijn advies aan de hand van recentelijk onderzoek.
Jouw ideale studieplanning
Opdrachten maken is een krachtig middel om het begrip van de stof te verbeteren en het geheugen te trainen, een dubbele winst dus. Als je opdrachten maakt, dan heb je de eerste bonus al te pakken: er wordt diep geleerd. Maar misschien zijn een aantal van jullie al een stap verder, en vraag je jezelf misschien af wanneer je de opdrachten het beste kan maken: wat is nu het juiste moment om opdrachten te maken, en helpt opdrachten maken in de les beter dan vlak na de les of thuis? Uit de literatuur blijkt niet een eenduidig antwoord, maar wel een aantal terugkerende patronen waarmee jij je tijd aan de opdrachten beter kan benutten!
Oefenen!
Het eerste terugkerende patroon is dat het gebruik van opdrachten na de les in ieder geval er voor zorgt dat je een later tentamen beter maakt (1). Dit is wellicht ook wat het meeste aansluit bij wat we uit eigen ervaring ook al weten. Ons advies: gebruik altijd opdrachten ná de les om te zorgen dat de les beter onthoudt: je werkt aan je lange termijn geheugen!
Een ander patroon laat zien dat het werken met vragen tijdens de les ook een positief effect heeft. Interessant genoeg (!) had het niet alleen een effect op de stof voor het maken van de opdrachten, maar ook op de stof die in dezelfde les maar dan ná de opdrachten werd uitgelegd (2). Eenmaal vragen gemaakt, blijf je beter leren. Ook nieuwe stof die niet in de vragen zat. Dubbele winst dus. De onderzoekers denken dat door de verwachting van een nieuwe set aan opdrachten, er beter opgelet wordt en daardoor ook het materiaal erna beter onthouden wordt (4).
Tijdens of na de les
Blijft er nog 1 vraag over: moet ik tijdens de les of juist erna opdrachten laten maken? Een mooi opgezet experiment heeft precies dat onderzocht en laat (wederom) zien dat beide situaties in hetzelfde resulteert: een betere score op de toets. Maar nog belangrijker, de analyse van het onderzoek geeft ook aan dat het toetsen tijdens de les tot een betere verwerking leidt en toetsen na de les tot een beter lange termijn geheugen leidt (4).
Werk je al met opdrachten? Goed bezig!
Doe je dat voor, tijdens én na de les? Nog beter!
En nu?
Oftewel, aan jou de keuze waar je aan wil werken. Wil je weten hoe jij meer onthoudt? Verdeel de opdrachten van een les in meerdere brokken (bijv. 4) en verdeel ze: 1 deel ’s avonds na de les, 1 deel na 2 dagen en een derde deel na een week. Bewaar ook een deel ter voorbereiding op het tentamen. Wil je liever je begrip van de stof verbeteren? Maak dan een deel van de opdrachten voor de les, een (groot) deel in de les en een extra deel voor de tentamenvoorbereiding. Welke studieplanning bevalt jou het beste? Laat het ons weten in een berichtje, we zijn benieuwd!
(1) Lyle, K. B., & Crawford, N. A. (2011). Retrieving essential material at the end of lectures improves performance on statistics exams. Teaching of Psychology, 38(2), 94-97.
(2) Weinstein, Y., McDermott, K. B., & Szpunar, K. K. (2011). Testing protects against proactive interference in face–name learning. Psychonomic Bulletin & Review, 18(3), 518-523.
(3) Weinstein, Y., Gilmore, A. W., Szpunar, K. K., & McDermott, K. B. (2014). The role of test expectancy in the build-up of proactive interference in long-term memory. Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, and Cognition, 40(4), 1039-1048.
(4) Weinstein, Y., Nunes, L. D., & Karpicke, J. D. (2016). On the placement of practice questions during study. Journal of Experimental Psychology: Applied, 22, 72-84.