Heeft jouw kind een ‘vol hoofd’? Hoe herken je dit?

Leestijd 4 minuten
kids
Heeft jouw kind een ‘vol hoofd’? Hoe herken je dit?

Jan komt uit school, zijn wangen zijn rood en hij praat wat sneller en harder dan anders. Zijn moeder vraagt, gaat het wel Jan? “Nee eigenlijk niet mam, we hebben veel gedaan op school, ik moest heel stil zitten en de andere kinderen in de klas waren ook heel druk!” Het lijkt wel alsof er allerlei auto’s door mijn hoofd heen rijden en ze allemaal tegelijk uit de bocht vliegen!

Misschien herken je het wel dat je kind last heeft van bepaalde prikkels en het emmertje op een gegeven moment letterlijk “overloopt”. Niet elk kind kan dit even goed aangeven, daarom is het fijn om de signalen te leren herkennen.

Maar wat is nu eigenlijk een “vol hoofd?”. Als metafoor wordt iemands hoofd met AD(H)D nog wel eens vergeleken met een emmer, zoals ik hierboven ook al deed. Maar waarmee is de emmer dan gevuld? Heel veel mensen denken dat het komt door alleen de ADHD maar er zijn meerdere factoren waarmee het hoofd van een kind gevuld kan worden.

  • Bijvoorbeeld doordat een kind te hard zijn best moet doen om zich aan te passen aan wat er van hem of haar verwacht wordt. (HHH of te wel Hoe Het Hoort), dit zorgt vaak voor extra spanning.
  • Omdat een kind vaak te horen krijgt dat hun gedrag niet gewenst is gaat het sneller in de “aanval” (negatieve aandacht is ook aandacht). Of juist op de “laat maar het heeft toch geen zin”-stand. Vroeg of laat leidt dit tot allerlei klachten als gevoel van onveiligheid, extreme stemmingswisselingen, gewichtstoename of juist afname, slaapproblemen, chronische vermoeidheid, fysieke pijn e.a.
  • Ook wanneer het autonome zenuwstelsel uit balans is zorgt dit voor een toename van extra prikkels in het hoofd van een kind.

Even een kort stukje theorie:

Ons zenuwstelsel speelt een heel belangrijke rol in ons lichaam. Het zorgt ervoor dat je ademhaalt, het rondpompen van je bloed en je spijsvertering. Vooral het autonome zenuwstelsel speelt hierbij een belangrijke rol. Dit gaat vanzelf en vaak onbewust.

Op een enkele keer na, waarbij je wel je ademhaling bewust beïnvloedt. Denk aan ontspannings- of ademhalingsoefeningen.

Onderdeel van het autonome zenuwstelsel zijn het sympatische zenuwstelsel (gas/stress) en het parasympatische zenuwstelsel (rem/ontspanning en pret)

Je zenuwstelsel is gericht op wat er in je lichaam én in de buitenwereld speelt. Bijvoorbeeld, leren, herinneren, stemming, emoties, denken, dromen, fantaseren, beheersing. Dit maken we wel bewust mee. (somatische zenuwstelsel)

Daarnaast bestaan de hersenen uit:

Een denkgedeelte: analyseren, alles op een rijtje zetten, oplossingen zoeken etc.  Er is onderscheid tussen een linker- (logica, analyse, taal, storyteller, ‘ja maar”, binnen de box denken) en een rechter denkbrein (beelddenker, muzikaal, symbolen, dromen, leren door te ervaren, creatief, denken in mogelijkheden, buiten de box).

En een voelgedeelte (of te wel het limbisch brein: reguleert emoties en gevoelens en probeert pijn en confrontatie te vermijden.) Het voelbrein kan wel beslissen en reageert primair: “leuk of niet?”, “gaan” of “blijven”, “erop af gaan” of juist wegrennen.

Van volwassenen en kinderen met AD(H)D weten we dat een van de breindelen een grotere rol is gaan spelen. Bijvoorbeeld een kind wat alleen maar logisch nadenkt, zich prima kan verwoorden en gek is op alles wat met taal te maken heeft, gebruikt vooral zijn linker brein.

Iemand die overal enthousiast van wordt, en niet bedenkt of dit wel haalbaar is (daar herken ik mezelf en mijn zoon behoorlijk in 😉 of juist overal bang voor is heeft een sterk voelbrein zonder de rem van het denkbrein.

De balans tussen links en rechts

Als alle breindelen goed werken ervaren we balans. Je kind neemt sneller informatie op, en kan beter onthouden of leren. Zo niet heeft een kind continue het gevoel “aan te staan”. Kenmerken die hierbij horen zijn: hoge hartslag, hoge soms oppervlakkige ademhaling, angstig, niet stil kunnen zitten/ friemelen, rusteloos, stemmingswisselingen, slecht slapen.

Dit kan uiteindelijk zorgen voor chronische klachten als spijsverteringsproblemen of zelfs pijn. Het lichaam moet extra hard werken. Je kind helpen om te kunnen ontspannen is hier dan ook heel belangrijk!

Of een kind kan juist heel passief zijn en moeilijk in beweging te krijgen: Je kind geeuwt veel, voelt zich lusteloos, misschien wel depressief, slechte spijsvertering, afgevlakte gevoelens, lichamelijke pijn, lage bloeddruk.

Zoals al eerder gezegd kunnen niet alle kinderen even goed aangeven dat hun hoofd “vol zit”.

Een aantal herkenningspunten als je kind een vol hoofd heeft:

  • Het lukt niet goed meer om te vertellen over wat je denkt of voelt
  • Je vergeet sneller namen of woorden
  • Het lukt niet goed meer op bijvoorbeeld een som op te lossen / een toets te maken
  • Je kind krijgt sneller ruzie
  • Je kind is sneller geïrriteerd en kan niet meer tegen een grapje.
  • Of wordt juist stiller en ziet bleek
  • Meer zuchten
  • Het hoofd van je kind wordt warmer en ziet rood
  • Je kind heeft moeite om te lezen wat er staat
  • Je kind zijn hoofd voelt zwaar en wil deze graag op zijn handen laten rusten
  • Slechte concentratie
  • Je kind begrijpt niet goed meer wat andere mensen zeggen. Hij of zij hoort het wel maar het gaat langs hem of haar heen.

Als jij als ouder de signalen van een vol hoofd sneller leert herkennen kun je je kind ook verder op weg helpen. Hoe fijn is dat, voor je kind maar ook voor de rust in het gezin?

Geef je kind de rust, ruimte en tijd die het op dat moment nodig heeft om te kunnen ontspannen. Er zijn een aantal leuke oefeningen voor die je kind verder op weg kunnen helpen! Waaronder de ontspanningsoefening en ademhalingsoefeningen.

En nog belangrijker: help je kind om te kijken wat wel werkt voor hem of haar in plaats van dat je kind zich voortdurend aan moet passen aan zijn omgeving.