“Later als ik groot ben….” Je hoort kinderen vaak zeggen “later als ik groot ben mag ik alles zelf bepalen”. Kinderen kijken er ontzettend naar uit dat als ze ouder zijn dat ze meer vrijheid genieten. Waar komt dat door? Waarom zijn sommige kinderen nu al zo druk bezig met later en met meer mogen? Ze vergeten wat ze nu allemaal wel mogen en kunnen. En zijn er kinderen die daar nog helemaal niet mee bezig zijn en die meer leven in het hier en nu?
Leven volgens de regels van thuis
Kinderen kijken naar oudere kinderen, broers of zussen en zien op die manier dat zij misschien meer mogen. Maar een grote factor zijn de ouders die regelmatig zeggen tegen hun kinderen dat als ze ouder zijn of later als ze 18 zijn alles zelf mogen bepalen. Nu moeten de kinderen nog de regels van thuis accepteren. Hiermee zeg jij eigenlijk tegen je kind dat ze nu niks zelf mogen beslissen of geen eigen keuzes mogen maken en dat ze moeten gehoorzamen. Daar leg je dan ook de focus op als ouder. Alles wat je aandacht geeft groeit, dus ook als je daar steeds de nadruk op legt op een negatieve manier.
De wet van zelfbeschikking en de invloed ervan op je kind
Dat is een gemiste kans want zelfbeschikking is een hele belangrijke wet voor je hersenen. De wet van zelfbeschikking staat nauw verbonden met de activatie van jouw intrinsieke motivatie en dus ook van je kind. Misschien herken je wel dat als jou iets wordt opgelegd of als jij iets MOET dat je in de weerstand schiet. Dat zie je ook vaak bij kinderen. Het woordje moeten en niet doet weinig goeds voor het brein.
Maar hoe kan je dit positief inzetten bij de opvoeding?
Stap 1
Bewustwording. Probeer voor jezelf een week lang bij te houden hoe vaak jij het woord moeten en niet gebruikt in de communicatie met je kind. En beschrijf dan ook jouw houding en de lichaamstaal die je hierbij gebruikt. Is dat een positieve of een negatieve houding? Als je houding ook negatief is komt het dubbel zo hard aan bij je kind en daarmee versterk je de weerstand*
Stap 2
Buig de zinnen die je gebruikt om naar een zin zonder moeten en niet. In plaats van:
- Je mag niet op de straat lopen → Wat fijn een stoep voor voetgangers dan hebben we geen last van de auto’s
- Praat eens niet zo hard → Wil je proberen iets zachter te praten?
- Niet zo hard de trap op stampen → Zullen we proberen iets zachter de trap op te lopen?
Stap 3
Maak er een spel van. Kinderen zijn dol op spelletjes en samen dingen doen. Zo krijgen ze plezier in iets wat de ouder van ze vraagt. Als je kind bijvoorbeeld niet naar boven wilt om naar bed te gaan kun je er een spel van maken: wie het eerste boven is mag het voorleesboekje uitkiezen. Of doe alsof je allebei een muisje bent en probeer zo stil mogelijk de trap op te lopen. Bij wat oudere kinderen kun je 2 opties geven waar jij als ouder content mee bent. Dit zorgt ervoor dat het kind een keuze heeft. Dat stimuleert de zelfbeschikking en de motivatie van een kind.
Stap 4
Geef als ouder het goede voorbeeld geven. Het is niet zo handig als je al schreeuwend tegen je kind zegt dat het niet zo moet schreeuwen. Of dat je tegen je kind zegt dat het niet door een tv-programma heen moet praten maar als er een kinderfilmpje op staat dat je zelf wel overal doorheen praat.
Het zal even wennen zijn en misschien niet altijd meteen goed gaan, dus wees niet te streng voor jezelf. Wij zijn op een bepaalde manier opgevoed, ons brein is op een bepaalde manier geprogrammeerd. Niet alles hoeft in 1 keer op een andere manier. Dat je je hier bewust van bent is al een mooie eerste stap.
*Consistent en duidelijk je boodschap overbrengen wordt vaak verward met negatieve lichaamstaal. Het is heel belangrijk dat jou woorden kloppen met de lichaamstaal die jij laat zien. Als jij iets aangeeft niet fijn te vinden en je zet daarbij een glimlach op dan komt dat niet over. Kinderen denken dan dat je een grapje maakt. Vaak zie je dat ouders heel boos gaan doen en kijken als ze een bepaalde boodschap over willen brengen. Kinderen schieten daarmee extra in de weerstand. Het voelt als falen en de woorden komen dan nauwelijks nog binnen. De boodschap gaat dus verloren en dat is zonde. Je wilt immers dat je kind er iets van leert. Leren om rustig zonder stampen de trap op te lopen, leren om niet op de weg te lopen maar op het voetpad etc. Probeer eens neutraal te kijken als jij de boodschap over brengt. Met een neutrale lichaamstaal geef je je kind de kans om te luisteren naar de boodschap die je overbrengt. Hierdoor durft je kind vragen te stellen en zo ontstaat er vaak een gesprek en een mooi leerproces.